Vandaag nodig ik jullie uit om een plek van Parijs te gaan bekijken, die strikt genomen niet tot Parijs hoort, maar er toch in een adem mee genoemd wordt: La Défense. Meestal direct genoemd als de zakenwijk van Parijs. Maar het is nog zoveel meer.
Een zakendistrict associeer je met mannen in driedelig, dames in keurige pumps met mantelpakjes, en gelet op het grote aantal imposante hoogbouwtorens van Franse Nationals en Multinationals is die verwachting niet geheel onterecht. Maar eigenlijk zie je die nauwelijks, die gaan in een rechte lijn van de metro naar hun kantoor, ergens verstopt in een van die torens.
De grote ruimte tussen al die kantoorkolossen oefent verrassend genoeg een enorme aantrekkingskracht uit op flanerende voetgangers, oefenende skaters of winkelend publiek en zelfs een schaarse toerist.
Een belangrijke factor hierin is de Grande Arche. een geabstraheerde triomfboog als 3e in de reeks vanaf het Louvreplein en dé Arc de Triomphe. In de aanloop naar de viering van 200 jaar Franse Revolutie in 1989 besloot toenmalig president Mitterand dat deze as een passende afsluiting moest krijgen en schreef een openbare architectuur-prijsvraag uit. Alle grote, beroemde architectenbureaus schreven hier gretig op in. Zo’n monument op zo’n plek bouwen betekent voor altijd in de schijnwerpers staan met je bureau en ontwerp!
Echter, een volkomen onbekende architect uit Denemarken kreeg de openbare prijsvraag ook onder ogen en krabbelt met een paar simpele lijntjes een even geniaal als simpel idee neer: een uitgeholde kubus als een gestileerde boog. Naar het schijnt kreeg Mitterand dit krabbeltje onder ogen en heeft direct, als een absoluut heerser alle andere plannen naar de prullenmand verwezen: dit zou het worden.
En daarmee begon voor Johan Otto von Spreckelsen, de architect in kwestie, met een bescheiden oeuvre, deze droomklus, die echter al snel een nachtmerrie bleek te zijn. Want hij kwam van zijn kleine overzichtelijke opdrachten ineens in de molen van deze reusachtige opgave terecht met een budget van destijds 2 miljard Franse Francs (± 600 miljoen gulden / 275 miljoen euro). Om zo’n vetgevulde ruif knokken alle gerenommeerde bouwbedrijven graag een stevig robbertje uit, en niet altijd volgens even prettige regels. Om je temidden van dat geweld staande te houden, valt bepaald niet mee.
De bouw van deze enorme kubus met zijdes van 110m startte in het midden van de jaren ’80. Langzaam kwam deze markante kolos uit de grond, nadat eerst de nodige krochten in de grond waren aangelegd, om metrolijnen, parkeergelegenheid en dat soort voorzieningen mogelijk te maken. Voordat de beide omhoogschietende kubuszijden door het dak gestabiliseerd werden moesten reusachtige schoren deze behoeden voor vervorming. Von Spreckelsen heeft dat nog net mee kunnen maken, maar de voltooiing van zijn creatie niet meer. In 1987 bezweek hij aan een hartaanval, zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de stress die deze mega-klus met zich mee bracht.
Pas 2 jaar later voor de tweehonderdste verjaardag van de Franse Revolutie, was zijn Grande Arche min of meer voltooid. Min of meer, want er restten nog wel de nodige afwerkingen, zoals de structuur die nu in de grote doorgang hangt, die werd pas een jaar later daar gehangen.
Maar wat een overweldigend object is het geworden. De grote buitenvlakken volledig van glas, de vlakken waar de kubus is ingesneden volledig in spierwit Carrara-marmer, ooit het bouwmateriaal voor het Antieke Rome. Het grote horizontale insnijdingsvlak is als reusachtige trap vormgegeven, waarover je op het fors verhoogde plateau in het midden van de Arche kunt komen, om eventueel zelfs met de spannende liften omhoog te gaan naar het dak, met terrassen.
Die liften zijn overigens tamelijk ongeschikt voor mensen met zelfs maar de geringste vorm van hoogtevrees. Enerzijds omdat deze volledig van glas zijn, en anderzijds vanwege het idiote vertrek van boven: nadat de liftdeuren zich sluiten in de zaal in het dak, zak je vervolgens letterlijk door de vloer en zweeft een tel later in de lucht 60 m boven de bodem van de Arche. Uitermate spectaculair.
Minder spectaculair was de bestemming van het gebouw, anders dan als monumentale afsluiting van de Oost-West as vanaf het Louvre. Het gebouw stond er dan in 1989, maar men was “even” vergeten er ook een bestemming voor te bedenken. Te langen leste is er dan maar een ministerie in gevestigd, altijd handig in zo’n gebouw…
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!