Een regel uit een van mijn favoriete chansons: “A la Villette on tranche le lard“, een van de weinige chansons die je af en toe op de Nederlandse radio  voorbij hoort komen: Il est 5 heures, Paris s’eveille. Een lied uit 1968, toen dat spek snijden nog gebruikelijke praktijk was. Amper 8 jaar later werd deze activiteit gestopt. De abattoirs, want dat waren het op La Villette verdwenen uit Parijs, net als een paar jaar daarvoor de Hallen gesloten waren en de handel naar buiten Parijs gebracht was.

Toen lag daar dat gigantische gebeid. Wat doe je er mee? Voor huizenbouw was het meer dan geschikt, en er was nog steeds flink wat woningnood in Parijs. Maar nee, het toenmalige stadsbestuur besloot dat het gebied een park voor de Parijzenaars van het noord-oostelijke stadsdeel zou worden.

Een prijsvraag werd uitgeschreven. Om het gebied om te vormen tot een park voor de 21e eeuw, met behoorlijk vooruitziende blik, eind jaren zeventig. Zoals inmiddels algemeen geaccepteerd was geraakt, dienden kenmerkende elementen van de oude slachthuisfunctie gerespecteerd te worden.

De prijsvraag werd gewonnen door de Zwitsers-Franse architect Bernard Tschumi. Een aantal oude hallen, waar ooit het vee verhandeld werd, werd gesloopt, maar de grote hal werd gerestaureerd, en ging dienst doen als expositiegebouw. Het is een prachtige typisch negentiende eeuwse hal, met fraaie gietijzeren kolommen en spanten, in de beste traditie van de grote spooroverkappingen. Ook het oude kasseien-plaveisel om de hal heen werd gehandhaafd. Da’s dan weer aanzienlijk minder prettig als je daar met je fiets overheen wilt.

Prachtige gietijzeren kolommen in de luifel van de grote hal

Het opvallendste dat Tschumi deed was het plaatsen van een groot aantal rode gebouwtjes op een strak raster, dat over het complete gebied heen werd gelegd. Die folies, eigenlijk gewoon gekkigheden zijn het “smoel” van het park gaan vormen. Ze hebben uiteenlopende functies gekregen, van puur parkornament, zoals de watervalfolie, tot zeer functioneel als café of fastfoodrestaurant. Meestal liggen ze vrij, conform het raster, maar sommige “botsen” met de bestaande en te handhaven gebouwen en zijn er deels in verwerkt, of er tegen aan geplaatst, gek om te zien, maar daar zijn het dan ook folies voor!

Oeps, onvoldoende ruimte voor een volledige folie..

De folies zijn opvallende verschijningen. Zeer herkenbaar in de vormgeving, maatvoering en knalrode kleurstelling, maar geen enkele is op welke manier dan ook identiek aan een andere. Elke folie heeft kenmerkende eigen uiterlijkheden gekregen, van een hellingbaan voor de opgang van de “brugfolie” tot een waterrad voor de waterfolie.

Op die manier is een speels terrein ontstaan, gevuld met rode gebouwtjes, maar ruim voldoende open gebleven om als park herkenbaar te zijn en vooral omarmd te worden door de omwonenden. Met recht mag het een modern park heten. Waar in de negentiende eeuw in een park in het geheel geen ruimte was voor de stad, die werd als het ware buitengesloten, is in dit moderne park de stad in zekere zin in een hele ruime opzet in het park toegelaten, ermee verweven.

Het is een zeer succesvolle transformatie geweest van het gebied. In de weekends is het er razend druk met sporters, mensen die lekker aan het flaneren zijn, of gewoon op een kleedje van de zon, van een goed boek of een sandwich genieten.

Jammer genoeg is de bouwkundige uitwerking van de constructies minder goed gebeurd want na ruim 25 jaar heeft het verval plaatselijk behoorlijk toegeslagen. Een van mijn favoriete plekken, het verdiepte bamboebos valt door betonrot bijna uit elkaar. Je kunt als volleerd souvenirjager zonder enig probleem een authentiek stuk muur meenemen. Een Mauerspecht in Berlijn had meer moeite om een origineel stuk muur te bemachtigen, dan in dit park.

Ongelooflijk: scheuren door betonrot

Op verschillende folies zie je de karakteristieke rode poedercoating, de laklaag, op de metalen panelen afbladderen, en roest eronder tevoorschijn komen.

Ik vind het persoonlijk jammer en onbegrijpelijk dat de realisatie zo slordig is gedaan, want kosten noch moeite werden destijds gespaard. Zoals alle grote projecten in Parijs “mocht het wat kosten”. Bovendien is het park een heel aangename plek om te zijn die zorgvuldig onderhoud verdient.

De folies maken het zo leuk en speels om te ontdekken. Maar soms is het speelse element al ten prooi gevallen aan “voortschrijdend inzicht”. Waar bijvoorbeeld oorspronkelijk het water van het rad van de waterfolie afklaterde en via een grappig parcours in een bassin belandde, bleek bij mijn laatste bezoek ditzelfde bassin omgevormd te zijn tot een plantenperk. Niet lelijk, maar totaal afwijkend en storend ten opzichte van de originele functie. Blijkbaar was het water te onderhoudsgevoelig. Maar het was zo leuk!

De waterfolie, maar het bassin tot plantenperk omgevormd?

Zo is het park amper 30 jaar na zijn openstelling, eigenlijk al toe aan een restauratie. Voor zover ik weet zijn daar vooralsnog geen plannen voor. Jammer want het is een architectonisch concept om te koesteren. Niet alleen vanwege de originele gedachte die erachter zit, maar ook en vooral voor de gebruikers van het park. Waartoe ik mezelf in zekere zin ook reken, ik kom er graag… misschien ooit met jou?!

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.